donderdag 30 april 2015

Dag 34: Velles - Gargilesse (28,3 km - 855,8 km)

De podologe heeft heel goed werk geleverd. Mijn tenen, de kleine en de grote, zijn heel goed ingepakt zodat ik er geen last van heb. Het is een verademing om weer pijnloos te kunnen lopen. De uitdaging wordt om dit morgenvroeg zelf te vernieuwen, want na de dagetappe moet alles er af om het wondje sneller te laten  genezen. Op haar advies leg ik voor het vertrek een dikke laag NOK-zalf op de gevoelige punten van mijn voeten, trek mijn kousen erover en stap in mijn schoenen. Het voelt wat raar aan maar dat gevoel verdwijnt snel. De NOK-zalf wordt gebruikt door ultralopers om hun voeten niet te laten oververhitten en zo blaren te voorkomen. Alles werkt prima  ik ga er als een trein vandoor. Te snel zou later blijken want ik heb ergens een afslag gemist. Na een drie kwart uur kom ik tot de vaststelling dat die drie kilometer toch wel heel lang duren, vooral met het tempo dat ik loop. De zon zit ook niet meer aan de goede kant, ik loop fout maar beslis toch om door te lopen en te zien waar ik uitkom.

Na anderhalf uur ben ik in de buurt van Mosnay, een goede 8 kiilometer van Velles, maar volledig uit de richting van de etappe. De D40 loopt echter recht naar Gargilesse. Bij de plaatselijke epicerie doe ik navraag naar de verkeersdrukte op deze weg, en die blijkt zeer goed mee te vallen. Ik ga dus op weg, voor nog een 15 km asfalt, en sluit net voor Gargilesse weer aan  de voorziene route. Door deze wijziging word ik ook verrast in mijn bevoorrading. Ik kom geen epicerie meer tegen en zal het vanavond met brood en zwarte pens moeten doen, zonder groenten. Vandaag concentreer ik mij op de dieren die ik tegenkom




. Ik moet vaststellen dat een of andere onverlaat alle koeien bruin heeft geschilderd, ik kom geen enkele witte meer tegen, merkwaardig is dat. Opeens schiet er een lang smal diertje met korte pootjes weg over de straat, de berm in. Ik denk dat het een marter of hermelijn is gezien zijn bruine kleur, maar zeker ben ik er niet van, het ging allemaal te snel. Het landschap is ook weer veel heuvelachtiger geworden. Het graan heeft plaats moeten maken voor weides met vee. Koeien en schapen, en ook hier en daar wat paarden en een ezel, net alsof ik op de jaarmarkt in Vilvoorde loop.














De koekoek blijft ook vandaag weer de constante in het verhaal door de natuur. Ik realiseer mij dat ik toch wel heel
weinig ken van vogels, maar nu ik onderweg ben is het te laat natuurlijk.



















Rond 13.30 uur kom ik aan Gargilesse. Dit pittoreske dorpje ligt aan de Creuse en is al veelvuldig onderwerp geweest van schilderijtjes. Er zijn hier dan ook verschillende ateliers van kunstenaars te vinden. De Mairie is nog dicht dus moet ik even wachten voor mijn stempel. Stipt om 14 uur krijg ik mijn stempel en trek verder naar de camping, nog een goede kilometer verder.




















 Ik ben al tien minuten weg als er een auto naast mij komt gereden, de man uit het gemeentehuis, zwaait met mijn pet. Ik besef dat ik die heb laten liggen en dank de man uitvoerig omdat hij  de moeite nam om mij achterna te komen.
Op de camping is de chalet al ingenomen door twee andere pelgrims. Een van hen, Herman, spreekt mij onmiddellijk met Jan aan maar ik  kan zijn gezicht niet thuisbrengen. Ik vermoed dat wij mekaar onderweg al eens zijn tegengekomen . Wanneer hij een tijdje later toch merkt dat ik hem niet herken stelt hij zich voor. Een ex-collega militair, wij hebben nog samen in Evere op dezelfde dienst gewerkt, of liever, hij was mijn baas. En dan valt mijn frank, een beetje beschaamd moet ik toegeven dat ik hem niet meteen herkend had.








Vandaag ben ik op stap gegaan voor Iny Driessen, Jan en de kinderen, de familie en de karmelgemeenschap in Vilvoorde. Iny is na een jarenlange slepende ziekte overleden en vandaag vond de uitvaartplechtigheid plaats. Ik wens allen heel veel sterkte toe in dit grote verlies dat hen treft. Het moeten voor hen heel moeilijke dagen geweest zijn in de periode van ‘Kunst in den Troost’ tijdens de jaarmarkt in Vilvoorde.

woensdag 29 april 2015

Dag 33: Déols - Velles (22,5 km - 827,5 km)




Over de etappe van vandaag kan ik kort zijn, het was ook een korte etappe van 22,5 kilometer. Van Déols gaat het naar Chateauroux. De stad kan mij maar weinig bekoren en als ik dan ook nog verkeerd loop dan wil ik er zo snel mogelijk weg. Nochtans is de te volgen weg goed aangeduid door koperen schelpen in de stoep, maar je moet er dan eerst eentje vinden natuurlijk. Dan loop ik kilometers door het Forêt van Chateauroux en passeer liederlijke plaatsen zoals Le Rond-point des Druides, Carrefour des Pélerin en hameau des Religieuses.










 Rond 14 uur kom ik aan in Velles.
De gemeentelijke gite ligt net tussen de Mairie en de kerk. Het is een gebouw dat vroeger dienst deed als ‘kolonie’ (wie kent dit woord nog) tijdens de vakanties. Vandaag worden er groepen of pelgrims opgevangen, of na een trouwfeest in de salle de fêtes blijven er al eens mensen slapen. De gite is goed ingericht, proper en ik heb alles wat ik nodig heb, behalve eten.





Ik maak mij zorgen over het eksteroog op mijn kleine teen. Het betert er niet op, en ik denk dat er ondertussen een ontsteking op zit. Zit ik hier toevallig net aan het medisch centrum van Velles. Ik besluit om een dokter te consulteren. De vriendelijke man stelt inderdaad een infectie vast op een eksteroog. Hij schrijft antibiotica en pijnstillers voor en regelt een afspraak bij de podologe die haar kabinet heeft in hetzelfde medisch centrum.  Ondertussen ga ik naar de apotheek om de medicatie. Ik moet vaststellen dat de EU-kaart van de ziekenkas hier heel weinig nut heeft. Ik moet de volle pot betalen en krijg telkens een factuur om bij de mutualiteit in te dienen. Om 17u15 heb ik mijn  afspraak bij de podologe, een dame die van aanpakken weet. Zij is gespecialiseerd in sportblessures aan de voeten en gaat regelmatig mensen verzorgen op lange-afstand-trails, waar zij trouwens zelf ook af en toe aan deelneemt. Ervaring zat dus. Zij neemt mijn tenen, teennagels en voeten onder handen en ondertussen krijg ik massa’s tips om nog mij beter te kunnen verzorgen. Zij haalt de druk weg tussen mijn twee tenen door middel van rondellen (iets wat ik al geleerd had van de podologe van Magda) en mijn twee tenen worden vakkundig ingepakt. Ik krijg al het materiaal mee om mijn voeten en tenen een week lang te kunnen verzorgen. Als toemaatje krijg ik nog een tube zalf om mijn voeten vóór het vertrek mee in te smeren. ik moet enkel de consultatie betalen, het materiaal krijg ik gratis mee.  Al bij al heeft deze medische namiddag mij iets meer dan 100 euro gekost, maar als het daarmee beter gaat in de toekomst dan is dat voor mij ok. En ik hoop thuis nog wat te recupereren van de mutualiteit.
Hier in  Velles zijn alle winkels, behalve de apotheek, dicht op woensdag. Ik ging ervan uit dat ik mij hier kon bevoorraden dus kocht ik geen eten onderweg. Gelukkig is de bar, tabak, restaurant open en kan ik toch iets eten. In geen tijd, dus opgewarmd in de microgolfoven, staat er een bord eten voor mij en een karafje rode wijn. De pot schaft bloemkoolgratin met varkensroti en vleesjus. Ik neem nog een kaasje als dessert. Gewoon lekker, zonder meer. Naast mij staan 3 mannen met een pint voor hun neus aan de toog. Zonder een woord te zeggen, gedurende een half uur staren zij voor zich uit. En dan zijn ze weer weg, heel bizar. En ik die dacht dat het café een sociale functie had.
Voor de rest van de avond is het platte rust. Ik ben net als gisteren alleen in de gite, dus veel zal ik niet gestoord worden. En van mijn gesnurk heeft vanacht niemand last, als ik er tenminste niet zelf van wakker word.




dinsdag 28 april 2015

Dag 32: Neuvy-Pailloux - Déols (22,5 km - 805 km)

Het ontbijt was in verhouding tot de rijkelijk gevulde tafel gisteren. Pannenkoeken, geroosterd brood, thee en koffie. En zeker acht soorten zelfgemaakte confituur of jam. Ik probeerde ze allemaal: paardebloemen, rozenblaadjes, peren, pompoen met sinaasappel, tomaat met ???, vijgen, en zelfs gewone confituur van bessen. Allemaal even lekker. Ik neem, zoals de vier andere pelgrims ruim de tijd want vandaag staat een relatief korte etappe op het programma. Mevrouw Monique moet al haar recepten prijsgeven aan de Bretoense pelgrim, die alles noteert in haar smartphone, want papier weegt. Rond negen uur ben ik op weg om een dorp verder, Sainte-Fauste de draad weer op te pikken. Na 3 kilometer hoorde ik het kerkhof aan mijn rechterkant te passeren, maar dat kerkhof ligt links. Ik ben dus fout aan het lopen. Deze keer was het niet mijn onoplettendheid maar stond er een fout in de Lepere-gids. De beschrijving klopte wel als je langs de andere kant het dorp in kwam of als je de afslag naar Neuvy-pailloux niet zou genomen hebben. Ik keer op mijn stappen terug en vind snel de juiste afslag richting Diors.






 Aan de kapel en het  achter hoge muren verscholen  kasteel, neem ik mijn eerste pauze.




 Ik neem mijn tijd want voor 14 uur kan ik toch niet binnen in de gite van Déols. De weg gaat een heel stuk over de D925, meet dan drie kilometer, en dat is niet gezellig. De weg is veel te druk om er pelgrims in de berm te laten lopen. Ik krijg meer dan eens een opgestoken vinger of een kwade beweging in mijn richting. Koning automobilist is hier blijkbaar heer z’n meester over de rijbaan. Voetgangers zijn vervelende subjecten waar je voor moet uitwijken of zelfs even moet voor afremmen. Twee moeilijke begrippen voor de heren van dit koninkrijk. Ik passeer het militair terrein van Martiniere, maar laat hier om veiligheidsredenen mijn fotoapparaat in mijn zak. Een goede tip voor de kazerne van Peutie: hier lopen een 10-tal schapen in de kazerne om het gras kort te houden. Gezien de besparingen wordt er niet veel meer gemaaid de laatste tijd, misschien is dit een oplossing. En een keer per jaar BBQ met schaap aan het spit?
En dan kom ik in de omgeving van Châteauroux, dus dat betekent grote wegen kruisen, grote ronde punten, ringwegen, enz... Ik was initieel van plan om naar deze stad door te steken  had al gereserveerd in Foyer des Jeunes Travailleurs. Omdat er geen kamers meer vrij waren werd ik ondergebracht in een appartement waar reeds drie mensen zaten. Dit zou mij 20 euro kosten. In de Lepere-gids sprak men van prijzen tussen de 6 en de 15 euro. Die 20 euro vond ik toch wat veel voor een gedeelde kamer, als zij 4 x 20€ ontvangen maakt dat 80€ voor een kamer. Ik besluit om hier niet aan mee te doen en zeg mijn reservatie terug op.


















 In de voorstad Déols vind ik een gemeentelijke herberg die mij 8 euro kost. Ik word heel vriendelijk ontvangen op het Office du Tourisme en krijg mijn stempel en de sleutels van de gite. Die blijkt heel goed ingericht te zijn voor 6 personen, met douche en ingerichte keuken. Wat moet een mens meer hebben. Ik kan mij niet herinneren hoe lang het geleden is dat ik nog eens een mooi stuk rood vlees op mijn bord gekregen heb dus neem ik het heft in eigen handen en koop bij de boucher een mooie biefstuk (naar Franse normen). Sla, geraspte worteltjes en selder met wat vinaigrette en brood moeten het geheel compleet maken. Wel

Ik kan u zeggen dat het mij gesmaakt heeft!
In Déols zijn enkele bezienswaardigheden die het zien waard zijn. De hoge klokkentoren van de voormalige abdij Notre Dame de Déols trekt al van ver de aandacht. De rest van de abdij zijn slechts ruïnes. De bouw van deze abdij startte in de 10de eeuw. De abdij was een toevluchtsoord voor vele pelgrims. De 100-jarige oorlog maakte een einde aan dit religieuse oord dat tot ruïnes werd herschapen. Mekaars cultuur vernietigen, wij zien het spijtig genoeg ook vandaag nog gebeuren. Ook de Porte de l’horloge, een poortoren uit de 15de eeuw mag gezien worden.






Tot slot van mijn stadsbezoek ga ik naar de Eglise Sainte Etienne, de koperen Sint-Jacobsschelpen op de stoep leiden mij naar deze kerk.


 Ik brand er een kaarsje voor de familie De Brabander waarvan ik de jongste telg zo’n 41 jaar en enkele dagen geleden leerde kennen (ik hoop dat ik er niet te ver naast ben). Vandaag denk ik in het bijzonder aan onze (schoon)zus Christine die vorig jaar na ziekte is overleden. Vandaag was er in Leuven een herdenkingsviering waar de familie verzameld was. In gedachten was ik bij jullie. Fons, ook jij liep met mij mee vandaag, ik wens je alle sterkte die nodig is om door deze moeilijke periode te komen.

maandag 27 april 2015

Dag 31: Saugy - Neuvy-Pailloux (26 km - 782,5 km)

Het regent het regent de pannetjes worden nat.... Slecht weer in Frankrijk, toch hier in het departement  de Indre. Het is niet alleen nat maar er waait ook nog een gure koude wind. Mijn poncho blijft de hele dag aan, zelfs tijdens mijn pauzes. De etappe gaat van Saugy naar Neuvy-Pailloux, zo’n 26 kilometer. Het landschap is hier plat, en zover het oog reikt velden en nog eens velden.








 Vandaag zie ik voor het eerst aren op het graan, een hele vroege boer want op alle andere velden staat het gewas nog niet zo hoog. Tenminste, als het graan is want ik ben geen kenner. Ik heb er een foto van genomen, als er kenners zijn onder de lezers, laat maar iets weten.









De eerste (en enige) agglomeratie die ik vandaag tegenkom is Issoudin. De stad heeft een verleden met pelgrims. In het hospice Sainte Roch d’Issoudun herbergde men reeds pelgrims in de 17de eeuw. Vandaag is hier een museum. De stad heeft ook een belfort met twee torens van verschillende hoogte. Ik bezoek de kerk du Sacre Coeur, een
Basiliek eigenlijk die indrukwekkend mooi is. De binnenmuren zijn als het ware betegeld met dank- en intentietegels, vanaf de vloer tot hoog in de nok van de kerk. Het koor is prachtig verlicht met honderden lampjes in de vorm van kandelaars. Het geheel geeft een rode schijn over het koor. Het is echter veel te nat en te koud in Issoudun om er lang te blijven.





Ik profiteer nog van de gratis WiFi aan (want gesloten) het Office de Tourisme om mijn blog en foto’s van gisteren door te sturen. Daarna ga ik nog een thee drinken en wat opwarmen in de brasserie.
Ik neem nog een tweede pauze als ik een picknictafel tegenkom. Ik maak een tentje van mijn
poncho over de tafel en kan toch mijn schoenen uitdoen om mijn voeten  te laten drogen. Alles blijft droog onder mijn tentje. De baget en de worst smaken, het water ben ik ondertussen al gewend. En dan gaat het weer verder, dikwijls langs asfaltwegen naar Neuvy-Pailloux. Even voor dit dorp passeer ik een groot golfterrein. Het is toch wel wonderlijk, je vind hier bijna geen brood, voor een geldautomaat moet je kilometers rijden, je zou denken dat hier alleen boeren wonen en dan stoot je op een golfterrein. Het bewijs dat rijke burgers deze streek aan het overnemen zijn.

In Neuvy-Pailloux aangekomen meld ik mij direct aan bij mevr Dominique. Een van de Fransen is al aangekomen. Zijn been is ingepakt in een braze, knieproblemen. Hij kan echt niet meer verder en keert morgen terug naar huis, naar Parijs. Ik word heel vriendelijk en warm ontvangen door de gastvrouw,er komt direct een frisse Leffe en een flink stuk broodpudding op tafel, lekker. Dominique staat er voor gekend haar pelgrims te verwennen en dat mogen wij tijdens het avondeten nog eens ervaren. Wij starten met brandnetelsoep, gevolgd door een soort aardappeltaart met lekkere frisse salade en sluiten af met een kaasschoteltje van vier geitenkazen waaronder de beroemde piramide uit de streek. Tenminste ik dacht dat wij hiermee afsloten, Dominique komt nog af met een gebakje in een soepje van crème met fruit. Dat kon er nog net bij.



 

Voor de maaltijd liet zij ons nog de kerk en omgeving zien en maakte ons deelgenoot van de dorpsgeschiedenis. Het mooie kerkje bestaat uit een oud (16de eeuw) en een nieuw (1975) gedeelte die merkwaardig genoeg mooi bij elkaar passen. Tijdens de restauratie vond men nog restanten van een ouder gedeelte met mooie muurschilderingen en zelfs enkele Merovingische sarcofagen uit 10de eeuw. Zo zie je maar, het moeten niet altijd immense kathedralen te zijn.








Vandaag was het jaarmarkt in Vilvoorde. Spijtig dat ik er niet bij kon zijn, dat is de eerste keer sinds wij in Vilvoorde wonen.  Ik hoop dat het weer beter was dan hier.





Morgen en overmorgen doe ik twee kortere etappes (22 km). Het hoeft niet elke dag vollen bak te zijn. Ik merk trouwens dat ik veel minder tijd neem om de omgeving beter op te nemen, en dat zijn gemiste kansen. De mensen die mij tegenkomen zoals de vier Fransen zeggen dat ik vlieg en vragen zich af waarom ik zo gehaast ben. Maar ik ben helemaal niet gehaast, ik loop gewoon mijn eigen tempo omdat ik mij daar goed bij voel.
Dus, wat minder ver en wat meer rondkijken. Wat langzamer, dat kan ik niet beloven.