donderdag 18 juni 2015

Dag 83: Mirias de Rechevaldo - Foncebadón (21,9 km - 2038,2 km)

Wat een rustige nacht. Na het avondmaal, dat bovendien heel eenvoudig maar lekker was, kroop ik direct in bed. Het was nog geen 9 uur denk ik. Ik moet vrijwel direct in slaap gevallen zijn. En na een deugddoend slaapje van bijna negen uren ben ik terug fris en monter. Alé, zo fris als een mens kan zijn om zeven uur 's morgens.
 Ik vertrek goedgezind richting Foncebadón, want daar wil ik mijn etappe beëindigen. Het piepkleine dorpje met 25 inwoners ligt net voor het legendarische Cruz de Ferro, waar ik morgen zo vroeg mogelijk wil zijn, liefst bij zonsopgang (6u45). De weg loopt eigenlijk heel de tijd paralel met de rijweg, maar er is nauwelijks verkeer. Het voetpad ligt voor het grootste gedeelte zo goed afgeschermd dat je niet het gevoel hebt dat je er langs loopt.




 Het eerste dorpje is Santa Catalina de Somoza waar ook verschillende herbergen zijn. Het kleine dorp heeft weer zo'n typische mooie Romaanse kerktoren die je al van ver ziet staan.















 Idem voor het volgende dorpje, El Ganso.




 Ik denk dat, buiten de landbouwers, iedereen hier leeft van de camino. Overal zie je kleine winkeltjes, bars, restaurants, herbergen en hostals. Zelfs particulieren proberen hun graantje mee te pikken door wat caminogerelateerde producten te verkopen vanuit het deurgat of het vensterraam. Je kunt de mensen hier geen ongelijk geven. Ik merk ook dat er heel wat nieuwe mensen op de been zijn, ook veel fietsers. Astorga is een gekende vertrekplaats voor veel georganiseerde groepsreizen naar Santiago. Ook kwb organiseert elke twee jaar zo'n reis vanuit Astorga (dank voor de tip Danny). Zij stappen negen dagen over de ongeveer 300 kilometers. Ik plan dit traject in elf dagen.














 Vanaf El Ganso gaat de weg door een bos. Het wandelpad is bezaaid met uitstekende stukken boomwortels waarover ik meermaals struikel. Een teken dat ik nog niet 100% in orde ben.
 En wij gaan gestaag omhoog, niet abrupt, bijna niet voelbaar, van 900 meter naar 1.155 meter in Rabanal del Camino, een iets groter dorp op onze weg.


 Vanaf hier gaat de weg wat meer omhoog, op een pad met veel losse stenen. Wij moeten naar een hoogte van 1400 meter stijgen over een afstand van een goede vijf kilometers. De brem is ondertussen zo goed als uitgebloeid maar andere bloemen staan dan weer in al hun kleurenpracht te schitteren.











 Stilaan komen de hogere toppen ook in het zicht en krijg je meer het gevoel van het hooggebergte. Al zijn de bergtoppen hier veel meer afgerond dan in de Pyreneeen, waardoor de uitzichten wat minder spectaculair zijn.





 Het landschap is bezaaid met windmolens en pylonen en kabels voor de hoogspanning. hier wordt zeer goed ingespeeld op de mogelijkheden van hernieuwbare energie. Wind zal er altijd zijn.













Onderweg ook wat rustpunten en fonteinen (bronnen), maar weinige zijn betrouwbaar wat drinkbaar water betreft.








 En dan komt het dorpje Foncebadón in het zicht. Het ontvangstcomité staat ons al op te wachten, een grote kudde koeien al van ver hoorbaar door de typische koeiebellen.











 Ik check in in de albergue Monte Irago waar 35 plaatsen zijn, verdeeld over drie kamers. Dit lijkt mij een leuke plaats om te verblijven. Er zijn wel wat regeltjes op te volgen  zoals bijvoorbeeld niet opstaan vóór 5u45, ik ben benieuwd.





















 Deze namiddag houd ik het rustig, kan ook moeilijk anders want hier is niets te beleven. Ik zit dan maar wat op het terras en zie heel veel oude bekenden passeren. Leuk is dat, altijd weer de vriendelijke begroetingen. Sommige zie ik ook graag verderstappen, meestal brengen die mensen mij minder plezante nachten in herinnering. Patrick, de Amerikaan, André, de Belg en Reinhout, de Nederlander zijn hier ook. Samen drinken wij een pint en wisselen onze ervaringen uit. Verhalen over mooie landschappen, speciale ontmoetingen, verloren schoenen, bedbugs, slecht eten, tendinitis, enz... Het is eens wat anders dan politiek, het dagelijks nieuws, vergaderingen, deadlines, enz... Hier laat het dagelijks leven en de routine je los en kom je in een andere wereld terecht. Maar iedereen weet goed dat dit liedje eindigend is.















 Vanavond eten wij samen een vegetarische paella en salade, gevolgd door een ijsje. Het leuke gezelschap bestaat uit een Belg, een Nederlander, een Amerikaan, een Braziliaan (Marcelo) en een Canadese, de twee Spanjaarden aan onze tafel doen niet mee. Dit samen eten hoort bij de leukste momenten van de camino. Na het eten wandel ik nog even rond om te genieten van het prachtige zicht. Je ziet hier zeker 40 tot 50 kilometers ver.
Morgen wordt het een speciale dag met de passage op de Cruz de Ferro, waar ik een aantal opdrachten te vervullen heb en waar ik toch even wil stilstaan bij de voorbije periode. Ik ga er niet van uit dat het kruis mij antwoorden zal geven op al mijn vragen maar toch hoop ik op een inspirerend moment. Ik hoop vroeg te kunnen vertrekken en er voor zonsopgang te zijn, normaal moet dat lukken. Mijn rugzak zal dan wat lichter wegen, mijn gemoed waarschijnlijk ook...

1 opmerking:

  1. Jan,een tocht door een eenzame ouderwetse dorpjes heb je vandaag ook meegemaakt.wat mij opvalt,zijn de vele bovengrondse elektriciteitsleidingen.die zijn bij ons al lang vervlogen tijd. Geniet vannacht van de nodige rust zodat morgen toch weer een pelgrims hoogte punt wordt op je tocht.denk en geniet!!

    BeantwoordenVerwijderen